land van contrasten (A)

Vandaag was een heftige dag voor projectgroepen 3 en 4. Op de eerste dag van het veldwerk zag ik tranen, om redenen die straks duidelijk zullen worden.
De contrasten waren zo heftig dat ik deze onmogelijk in één blogpost kan vatten.

Dit is dus post A, lees zeker ook deel B. Bij voorkeur in die volgorde, dat is ook de chronologie van onze dag.

De ochtendstond had goud in de mond. Een gulle zon begeleidde onze bus naar Huanuni, een mijnstadje op drie kwartier rijden van Oruro.
De stad is gebouwd tegen een berg, die al sinds mensenheugenis ontgonnen wordt omwille van de gigantische hoeveelheid tin die hij herbergt.

Missie van de dag was om op enkele strategische plaatsen metingen uit te voeren van het oppervlaktewater. Het water in het dorp is zowat het smerigste wat ik ooit zag, maar daarover straks meer.
Hierdoor moet drinkwater verder stroomopwaarts afgetapt worden. Dat punt was meteen ook de eerste plaats waar de apparatuur in stelling gebracht werd voor de metingen.
De onmiddellijke resultaten zijn hoopgevend, maar niet alle metingen kunnen met de testkits gebeuren, en zeker op de resultaten van de zware metalen is het bang afwachten.

eerste meetpunt: drinkwaterkwaliteit controleren

Daarna hielden we even halt bij de tinmijn. Die heeft de twijfelachtige eer één van de grootste vervuilers van de streek te zijn.
De mijn verslindt enorme hoeveelheden water om het tin te filteren. Het residu gaat zonder enige zuivering rechtstreeks de rivier in.
Die milieuhorror is des te vreemder omdat de mijn in overheidshanden is.
Jawel, diezelfde overheid waarvan we gisteren een bloemlezing kregen van de uitgebreide milieuwetgeving.
Het alibi om niet aan die wetgeving te moeten voldoen is dat de mijn ouder is dan de wetgeving.
Dat moet zowat het idiootste argument zijn dat ik recent hoorde, al lees je straks nog iets wat zeker in de buurt komt.

De sociale horror is minstens even groot. Kinderen moeten vanaf 10 à 12 jaar de mijn in. Dat moeten ze doen tot ze zo’n 40 jaar zijn, of tenzij het overlijden vroeger komt uiteraard. Vrouwen mogen niet in de mijn vanwege een legende dat de berg daarvoor te jaloers zou zijn. Soms kan discriminatie goed zijn.
Genieten van een pensioen zit er niet in, de levensverwachting is rond de 50 jaar.

Wat verder wordt er gewerkt in die afvalrivier: families ‘mogen’ elk een vrachtwagen slib uit de mijn vragen, waarin ze zelf nog kunnen zoeken naar metalen.
Dat résidu is extreem giftig. Hoe giftig moeten we nog even afwachten, want ook daar deden we een meting.
De meting van de turbiditeit konden we alvast niet uitvoeren. De meting ging ver boven de range van het meettoestel (0-1000), en met een pH-waarde van 3 kan vermoedelijk geen enkel organisme overleven.

In een ontnuchterend gesprek werd ons uitgelegd dat de lokale inwoners wordt verteld dat de enorme vervuiling wordt geneutraliseerd door het huishoudelijk afval dat eveneens in de rivier gestort gestort wordt.
De weinig geschoolde bevolking (25% gaat naar school) heeft helaas niet de kennis of weerbaarheid om dit drogargument te ontkrachten.

Eens terug in de bus was het erg stil. De wetenschap dat dieren drinken van dit vergif en planten het absorberen zorgt ervoor dat deze gruwel ongezien een weg vindt naar de mensen die daar wonen.

ik zie een traan.

One thought on “land van contrasten (A)

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.